Het is tijd om opnieuw in gesprek te gaan met een van onze partners. Ditmaal praten we met Ben Visscher van de gemeente Deventer. Hoe ervaart hij de samenwerking met Omgevingsdienst IJsselland?
Ben Visscher is sinds 2018 accountmanager van Omgevingsdienst IJsselland als onderdeel van zijn functie groepsmanager Toezicht en Handhaving bij de gemeente Deventer. “Ik ben vanaf de start van de Omgevingsdienst IJsselland accountmanager. Daarvoor was ik betrokken bij de Netwerk RUD. Tijdens mijn dagelijkse werkzaamheden als accountmanager ben ik de schakel tussen de Omgevingsdienst en de gemeente Deventer. Een aantal collega’s die werkzaam was bij de Regionale UitvoeringsDienst (RUD) van de gemeente Deventer, is betrokken geweest bij de opstart van de Omgevingsdienst. Dit maakte het contact met de Omgevingsdienst nog eens extra toegankelijk”.
Continu schakelen
“De lijntjes tussen mij en de Omgevingsdienst zijn vrij kort. Ik heb vaste contactpersonen waar ik regelmatig mee schakel voor advies over een bepaalde expertise. Daarnaast is er een keer in de zes weken een ambtelijk afstemmingsoverleg tussen de Omgevingsdienst IJsselland en haar partners. Eens per vier weken plannen we in Deventer een overleg alleen met de Omgevingsdienst. Op deze manier blijven alle partijen op de hoogte van elkaars werkzaamheden en kunnen we elkaar als het nodig is tijdig ondersteunen”.
Wisselingen van de wacht
“Ik ben positief over het contact met de Omgevingsdienst. Als ik een vraag heb aan een van de medewerkers, maar ik weet niet bij wie ik terecht kan, dan neem ik contact op via een algemeen e-mailadres van een bepaalde vakgroep. Via deze mailbox wordt mijn vraag vervolgens uitgezet naar een medewerker van de Omgevingsdienst die daarover gaat”. Iets wat Ben soms lastig vindt zijn de personele wisselingen bij de Omgevingsdienst. “Binnen de organisatie beweegt het regelmatig wat personeel betreft. Dit is het beleid van de OD om een medewerker niet te lang bij een bepaald bedrijf betrokken te laten zijn. Voor ons als partner is het iets minder prettig. Je ‘kent’ de medewerker die het dossier behandelt niet en de medewerker is minder op de hoogte van de coleur locale van de gemeente Deventer”.
Opstart Omgevingswet
“Een uitdaging die wij, net als veel overheidsorganisaties, ervaren is de opstart van de Omgevingswet. Door het uitstellen van de wet is het lastig om te beginnen met het volgen van trainingen omdat je niet zeker weet wanneer het begint. Milieu is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. Tijdens het opstellen van projectplannen is het belangrijk dat dit onderdeel op de juiste manier verwerkt wordt. Gelukkig helpt de Omgevingsdienst ons daarbij”. De Omgevingswet zorgt ervoor dat er meer ruimte is voor maatwerk op lokaal niveau. Er wordt rekening gehouden met ontwikkelingen in een bepaald gebied. “Het is daarbij essentieel dat de juiste kennis op de juiste plekken wordt ingezet”.
Snel schakelen is essentieel
Bij omgevingsklachten kunnen inwoners van de regio Deventer terecht op de website van de gemeente Deventer. Daar kunnen inwoners zelf een milieuklacht indienen. Een deel van de klachten die van toepassing is voor de Omgevingsdienst wordt aan de hand van een intern systeem direct doorgezet. Deze klachten kunnen zo direct opgepakt worden door de juiste partij. “Helaas komt het nog wel eens voor dat er een klacht binnenkomt bij de Omgevingsdienst die niet juist of onvolledig is ingevuld. Het kan dan zo zijn dat deze klacht door de gemeente Deventer opgepakt moet worden. Gelukkig zijn onze collega’s bij de Omgevingsdienst alert en zetten ze de klacht direct door naar ons. Zo kunnen we alsnog binnen afzienbare tijd handelen en de klacht verhelpen”.
Het Boost-project
Helaas kan niet altijd alles maar perfect verlopen tijdens een samenwerking. Zo liep de gemeente Deventer de afgelopen periode tegen een aantal punten aan. “Ieder jaar zitten we samen met de Omgevingsdienst en onze andere partners om de financiering, het budget en de werkzaamheden voor het volgende jaar te bespreken en vast te leggen. Voor het jaarlijkse overleg had een groot deel van de betrokkenen het gevoel dat de boot op bepaalde punten werd gemist. Toen dit vanuit verschillende kanten kenbaar werd gemaakt, zijn er vijf aparte deelprojecten opgestart. Deze projecten samen heten het Boost-project. Tijdens deze deelprojecten bekijken we gezamenlijk naar de punten die in toekomst nog beter kunnen. Zo werken we samen met onze partners om verschillende processen nog beter te stroomlijnen. Dit vind ik positief om te zien”.