Omgevingsdienst IJsselland controleerde in het eerste kwartaal van dit jaar bij 256 bedrijven of zij voldeden aan de eisen voor de uitstoot van ammoniak door varkens of pluimvee òf gestopt waren met het houden van het vee. Dit deden we vanwege het per 1 januari 2020 vervallen van de ‘stoppersregeling’. Van de gecontroleerde bedrijven bleek 12% in overtreding. Ze hielden toch varkens of pluimvee, terwijl ze niet aan de ammoniakeisen voldeden. Deze bedrijven hebben allen een last onder dwangsom en strafrechtelijke vervolging gekregen.

Sinds 2008 gelden er strengere eisen aan ammoniakemissie door varkens- en pluimveestallen, vastgelegd in het Besluit emissiearme huisvesting. Kon een veehouder in 2010 niet aan deze eisen voldoen, dan kreeg deze de mogelijkheid mee te doen aan de ‘stoppersregeling intensieve veehouderij’. Door maatregelen uit de stoppersregeling toe te passen, kon de ammoniakemissie beperkt worden en mocht de veehouder tijdelijk nog doorgaan. De voorwaarde daarbij was wel dat de veehouder per 1 januari 2020 met de varkens- of pluimveehouderij was gestopt óf dat de stallen alsnog waren aangepast aan de strengere eisen.

Vervolg

OD IJsselland schreef de bedrijven waarop de stoppersregeling mogelijk van toepassing was in 2019 twee keer aan, om te wijzen op de aflopende stoppersregeling en om de controles aan te kondigen. Van de 256 gecontroleerde bedrijven bleek 12% niet aan de eisen te voldoen. Frits Snel was een van de betrokken toezichthouders van OD IJsselland: “Als toezichthouder vind ik het een goede zaak dat we deze bedrijven direct bezoeken. Bedrijven die deelnamen aan de stoppersregeling hebben bijna 7 jaar de tijd gehad om te anticiperen. Andere bedrijven hadden deze keuze niet en moesten al flinke tijd voldoen, met de daarbij komende investeringen. Gelukkig heeft 88% van de veehouders wel gehoor gegeven en waren zij niet in overtreding.” Tegen overige bedrijven wordt bestuurs- en strafrechtelijk opgetreden. Dat betekent dat zij zowel een last onder dwangsom als een proces-verbaal krijgen.