Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in het buitengebied van Overijssel gaan nauwer met elkaar samenwerken. Dit is geregeld in een convenant, waaronder alle betrokken bestuurders op 28 november hun handtekening hebben gezet. De nauwe samenwerking moet ervoor zorgen dat er een grotere pakkans is voor overtreders van de wet- en regelgeving in het buitengebied.

Belemmeringen

Partijen als Staatbosbeheer, Natuurmonumenten, waterschappen, de provincie, gemeenten, Rijkswaterstaat of landgoedeigenaren hebben allemaal boa’s in dienst. Het gaat bijvoorbeeld om boswachters, jachtopzieners, medewerkers van bouw- en woningtoezicht of handhavers op het water. Ze zijn de ogen en oren van de politie in het buitengebied. De bevoegdheden van deze handhavers hielden tot nu toe op bij de grenzen van het terrein van hun werkgever. Buiten dit terrein mochten zij hun bevoegdheden niet gebruiken. Het convenant maakt mogelijk dat deze werkgevers nu onderling afspraken maken zodat de handhavers ook op elkaars terreinen kunnen werken. Ook worden gezamenlijke handhavingsacties mogelijk, en kan men gebruik maken van elkaars expertise.

In de Kop van Overijssel wordt in het kader van het Waterplan al langer op deze manier samengewerkt. De ervaringen zijn hier positief. Met het convenant dat vandaag is getekend kunnen instanties in de hele provincie met elkaar samenwerken.

Ergernis en schade

Overtreding van regelgeving in het buitengebied is een grote ergernis en kan leiden tot milieuvervuiling of schade aan natuur. Voorbeelden van dit soort overtredingen zijn motorcrossen in de natuur, verstoring van broedende vogels door loslopende honden, afval- en puindumping of stroperij.

Het convenant is ondertekend door ongeveer veertig partijen, en opgesteld in nauwe afstemming met het Openbaar Ministerie en de Politie Oost-Nederland.